Duitse evacués in Vught 1944/1945


Thuis

 

Op 21 mei 1945, ruim zeven maanden na het begin van de trektocht, komt het bericht dat ze met Pinksteren weer naar huis mogen. Josef Lambertz herinnert het zich in 2014 nog als de dag van gisteren. 'Eindelijk was het dan zover. Met vrachtwagens werden we naar het station van 's-Hertogenbosch gebracht en daar begon de terugreis pas echt!'

Uit de aantekeningen van Maria Reiners citeren we: 'Op 22 mei werden we in een goederenwagon geladen en kwamen 's-middags in Aachen-West aan. De volgende morgen werden we met Amerikaanse vrachwagens naar onze woonplaats gebracht. De andere geëvacueerden van Kalterherberg waren al in maart teruggekomen. Wij, de 230 van wie men in het dorp niets wist, waren al afgeschreven. In maart waren door de gemeente onder de teruggekeerden zaadaardappelen verdeeld en voor degene, die nog niet thuis waren was er niets. Officieel stonden we op de lijst met verloren personen. We hadden erop gerekend na een afwezigheid van acht maanden niet veel meer te vinden. We waren echter heel teleurgesteld alleen maar lege huizen aan te treffen." De muren staan er dan inderdaad nog, maar van de inboedel is weinig meer over. En ook niet van het vee. Dat is vrijwel allemaal geslacht. Ook in het nabijgelegen Mützenich. De opbrengst van het vlees wordt daar op een aparte bankrekening gezet voor Kalterherberg.

Volgens Zwischen zwei Fronten (pagina 176) heeft de bisschop van Aken, Dr. theol. van der Velden, na een bezoek aan Monschau zich bijzonder ingespannen om de 'van de aardbodem verdwenen' Kalterherbergers op te sporen.

Achteraf blijkt dat het verblijf in Vught ook in januari 1945 al voorbij had kunnen zijn. Op 24 januari schrijft C. Thomas, militair commisaris 's-Hertogenbosch een brief aan zijn collega, die verantwoordelijk is voor Noord-Brabant: "In vervolg op mijn mondelinge berichten en protesten betreffende het onderbrengen van Duitschers in het kamp Vught acht ik mij verplicht deze kwestie nogmaals onder uw aandacht te brengen en wel in de meest scherpe bewoordingen.
In het voormalige Duitsche concentratiekamp te Vught zijn door de Geallieerden ondergebracht ongeveer 7.000 Duitsche onderdanen. Dit heeft onder de bevolking een groote verontwaardiging opgewekt en wel om de volgende redenen:
a) Nederlandsche onderdanen uit de frontzône worden gedwongen geëvacueerd naar het buitenland, terwijl deze Nederlanders natuurlijk prefereerden in het vaderland te blijven, wat ook van nationaal oogpunt van het grootste belang is.
b) Het vertoeven van duizenden Duitschers op een plaats, slechts enkele kilometers van de frontlinie, die dikwijls overschreden wordt door Duitsche patrouilles, op één plaats opgesloten met de meest gevaarlijke Nederlanders, die, tenminste met hun sympathie, volkomen aan de zijde ven onze vijanden stonden, wekt de onrust der bevolking op.
De bevolking heeft natuurlijk vertrouwen in de Geallieerden, maar uit het plaatsen van tanks bij de bruggen, de strenge contrôle en het plaatsen van stadsgedeelten onder een strenge avondklok e.d. maakt de bevolking op, dat ook de Geallieerden rekening houden met de mogelijkheid van een aanval. De bevolking juicht deze veiligheidsmaatregelen zeer toe wen werkt loyaal mede, omdat zij op de eerste plaats gebaat is met het weren van den vijand, maar zij ziet tevens, dat de Geallieerden een aanval mogelijk achten.
Dat er met deze mogelijkheid ook in het kamp rekening wordt gehouden blijkt wel uit het vinden van een plan in het kamp 'Wat te doen bij een bevrijdingsaanval der Duitschers op het kamp Vught'."

Er verandert niets. Volgens Van den Eijnde (VHR 2005) houden de geallieerden zelf de verplaatsing van deze personen tegen.


Gesneuveld

 

Wanneer de Kalterherbergers terug zijn van hun evacuatietocht moeten ze de draad van alledag weer oppakken. Dat is op zich al moeilijk genoeg. Bovendien moeten ze het doen zonder zo'n 100 mannen uit het dorp. Zo'n 5% van de bevolking sneuvelt of sterft tijdens de Tweede Wereldoorlog aan het front. Bovendien worden er nog 37 als vermist opgegeven. Slechts een klein aantal van de gesneuvelde soldaten vindt op het kerkhof van Kalterherberg een laatste rustplaats. Een rij kruisjes aan het begin van het kerkhof herinnert daar nu nog aan. Voor een overzicht van de overledenen klik hier.